Neospora is een van de belangrijkste besmettelijke oorzaken van verwerpen bij koeien. Een infectie met Neospora leidt niet tot ziekteverschijnselen bij de koeien. Wel kan de parasiet door weefselbeschadiging de dood van de ongeboren vrucht veroorzaken. In een vroeg stadium van de dracht kan dit onopgemerkt blijven. Vooral bij pinken komen de vruchtbaarheidsproblemen voor. Als de vrucht op een leeftijd van drie tot vier maanden sterft, kan deze verdrogen of mummificeren en vaak pas maanden later worden afgezet. Als de vrucht na de vierde maand van de dracht sterft, treedt vrijwel altijd binnen 48 uur abortus op. Een enkele keer worden kalveren geboren met hersenafwijkingen ten gevolge van Neospora. Niet elk geïnfecteerd dier verwerpt, maar kan de infectie wel overdragen.
Besmetting vindt op twee manieren plaats:
- Van moeder op kalf
Overdracht van koe op kalf is de belangrijkste besmettingsbron. Meer dan tachtig procent van de kalveren geboren uit besmette koeien is eveneens besmet. Op deze manier kan een Neospora-besmetting zich vele generaties lang in het koppel handhaven. Waarschijnlijk blijft een eenmaal besmet rund levenslang besmet. De meeste tijdens de dracht geïnfecteerde kalveren worden op het oog gezond geboren. Een enkele keer worden kalveren geboren met hersenafwijkingen ten gevolge van Neospora. - Via een eindgastheer, de hond
Een rund kan op elke leeftijd worden besmet via een eindgastheer. De hond is eindgastheer. De hond neemt besmet materiaal van het rund op, bijvoorbeeld een verworpen vrucht, nageboorte of vruchtwater. Een tijdje later scheidt de hond met de ontlasting besmettelijke oöcysten (eitjes) van de parasiet weer uit. Het rund kan deze oöcysten vervolgens via het voer of het drinkwater opnemen. De besmetting wordt door het rund niet met de mest uitgescheiden. Honden kunnen besmet worden met Neospora doordat ze nageboortes van besmette koeien opeten of vruchtwater oplikken, maar ook door het eten van rauw vlees van de slager. Een besmette teef kan tijdens de dracht de besmetting doorgeven aan haar nakomelingen. Eenmaal besmet kan de hond besmette eitjes uitscheiden via de ontlasting. Als een koe deze besmette hondenpoep via het voer of het drinkwater binnenkrijgt, raakt ook zij besmet. De hond blijft een risico, doordat een deel van de honden die de besmettelijke eitjes hebben uitgescheiden dit blijven doen of dit later opnieuw doen.